Rekenen doet de mensheid al heel erg lang, op de allereerste muurschilderingen uit de prehistorie kun je zien dat onze voorouders er al mee bezig waren. Zo zijn er tekeningen gevonden met daarop 4 bizons, de tekening ernaast toonde jagers die op deze dieren aan het jagen waren en weer een tekening daarnaast liet nog maar 3 bizons zien. Dit is 1 van de vele voorbeelden waarbij rekenen in de oudheid werd toegepast, vanaf die tijd tot nu is er natuurlijk veel veranderd maar de rekenprincipes zijn nog steeds hetzelfde.
Rekenen is nodig om de dingen in het alledaagse leven logisch te kunnen indelen en ordenen. Om dat te kunnen doen bestaan er verschillende bewerkingen die je met de getallen kunt uitvoeren. Deze bewerkingen worden op de basisschool geleerd en vanaf de eerste groep wordt er gewerkt aan het vak rekenen. Het begint met de getallen schrijven en herkennen en vanaf groep 3, als de kinderen een jaartje of 6 zijn, wordt er begonnen met de bewerkingen te leren die ze kunnen uitvoeren met getallen. Die bewerkingen zijn onder andere: optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen.
Om kinderen goed te leren rekenen is er een bepaald niveau vastgesteld. Per school groep moet een kind mee kunnen komen op een bepaald niveau. Daarvoor is in Nederland het Centraal Instituut Voor Toets Ontwikkeling opgericht, ook wel CITO genoemd. Dit instituut heeft voor elke groep rekentoetsen ontwikkeld die aan kunnen geven of een kind op niveau presteert. Als dit nu niet het geval is kan het kind bijles krijgen en dit is nodig omdat er in de volgende groep weer verder gegaan wordt met het aanleren van nieuwe reken bewerkingen. Als een kind alle groepen van de basisschool heeft doorlopen mag je er dus vanuit gaan dat een kind kan rekenen op een bepaald niveau.
Naast optellen, aftrekken, delen en het oefenen van de tafels, bestaan er nog meer bewerkingen die gedaan kunnen worden met de getallen. Zo heb je ook nog de bewerkingen worteltrekken, machtsverheffen, en de haakjes. Als je meerdere bewerkingen in 1 som zou moeten doen bestaan er regels over welke bewerking eerst moet. Deze volgorde is als volgt bepaald: als eerst wordt uitgerekend wat tussen de haakjes staat, daarna het machtsverheffen gevolgd door worteltrekken en daarop volgen pas vermenigvuldigen, delen, optellen en als allerlaatste mag het aftrekken worden uitgevoerd. Het is misschien wel leuk om te weten dat er voor deze volgorde een paar handige ezelsbruggentjes zijn verzonnen. Door deze zinnen wordt het makkelijker om de volgorde te onthouden. Elke eerste letter van het woord, staat voor een van de bovengenoemde bewerkingen. Het meest voorkomende ezelsbruggetje is deze: Hoe Moeten Wij Van Die Onvoldoendes Afkomen.
In de loop der jaren zijn er veel leuke manieren verzonnen om te leren rekenen. Zo zijn er op het internet tegenwoordig veel rekenspelletjes te vinden. In deze spelletjes leer je op speelse wijze omgaan met getallen en het uitrekenen van sommen. Ook onze website staat vol met dit soort rekenspelletjes die weer verdeeld staan de verschillende categorieën.